Sonja Hillen Oosterom studeerde Personeel en Arbeid aan de sociale academie te Rotterdam. Daarna studeerde zij hypnotherapie, in Engeland aan het prestigieuze ICH (Institute of Clinical Hypnosis) en in Nederland aan Academie Hypnos. Inmiddels voert zij praktijk HeartMindMatters te Naarden. Zij maakt als hypnotherapeut deel uit van het integrale team van behandelaars bij het MKNV, een integraal medisch centrum en huisartsenpraktijk.
Hoe ben je ertoe gekomen om hypnotherapeut te worden?
Ik was altijd van nature al serieus en voerde graag diepgaande gesprekken. Altijd geïnteresseerd in psychologische achtergronden. De moeder van een vriendin was hypnotherapeut, zo maakte ik kennis met het vak. Ik las er een artikel over, en toen wist ik dat ik dit wilde gaan doen. Na het eerste lesjaar verhuisden we naar Londen. Daar schreef ik me toen in bij het Institute of Clinical Hypnosis.
Merkte je een verschil in visie op het beroep?
In Engeland is de benadering heel zakelijk, heel straight. Je dient je ook heel zakelijk en zelfverzekerd te presenteren. Ook wat methodiek betreft zijn er verschillen. Sommige werkvormen moesten echt uit het hoofd geleerd worden. In Nederland is de therapeut meer gericht op het proces van de cliënt dan op de werkwijze.
Heb je een speciale interesse of expertise binnen het vak?
Ik zie veel mensen met zware trauma’s. Ook vaak met overbelasting en burn-out. Verder worden geregeld mensen met fysieke klachten doorverwezen door de artsen. Door de samenwerking in het team en de variatie aan cliënten die worden doorverwezen ben ik eigenlijk heel breed georiënteerd geraakt. Praktijkvoeren bevalt mij heel goed, vooral ook omdat het zo afwisselend is.
Hoe is jouw samenwerking met het Medisch Kwartier tot stand gekomen?
Voor mijn scriptie had ik het onderwerp onbegrepen onvruchtbaarheid gekozen. Daarvoor heb ik contact opgenomen met verschillende huisartsen. Deze huisarts reageerde, en ik ben met hem in gesprek gekomen. Hij was het eens met mijn aanpak, maar zei toen ook: ‘Ik heb nog geen hypnotherapeut in mijn team’. Hij wilde wel eerst een sessie ervaren, en zo kwam ik bij het team.
Hoe werkt dat doorverwijzen bij jou in de praktijk?
Ik kreeg vrij snel allerlei cliënten doorverwezen, met overbelasting, stress, somberheid, en daarnaast veel nek-rugklachten. Er komen ook veel doorverwijzingen via een orthomanuele arts, veel fysieke klachten. Tijdens de intake blijkt dan dat er op een dieper niveau van alles aan de hand is. Het lichaam vangt de emotionele pijn op. Er is dus een sterke overlevingsstrategie. Want mensen hebben soms liever met een fysieke klacht te maken dan met wat er onder zit.
Waar richt jouw behandeling zich dan vooral op?
Als je je oude lading niet opruimt dan zit het er heel lang nog. Soms al sinds de jeugd. Mensen vinden het heel zwaar om je daarmee staande te houden. Bij sommige mensen lijkt het zelfs alsof de ziekte helemaal hun bezigheid is geworden. Er mee aan de slag gaan is soms ook wel zwaar. Maar die chronische nek en schouderklachten, die komen toch steeds weer terug. Vooral bij de rugklachten kom ik veel thema’s van rouw tegen.
[Een interview door Ingrid Mehrtens]