Het gegeven dat hypnotherapie tot betere resultaten leidt bij de groep gemiddelde en hoog hypnotiseerbare patiënten kan verband houden met de aard van de klacht.
(Richard van Dyck, Philip Spinhoven, Jan Willem van der Does, 1997)
Klachten als angst, pijn en astma zijn onwillekeurig van aard. Bij de behandeling van somatische en psychofysiologische klachten is een verandering in subjectieve ervaring veelal voldoende om een klacht te doen afnemen of te laten verdwijnen. Pijn en gevoelens van angst zijn op korte termijn aversief van karakter en motiveren de patiënt om therapeutische suggesties te aanvaarden. Suggesties voor pijnvermindering en angstvermindering doen een beroep op perceptuele en cognitieve ervaringen, die kenmerkend zijn voor hypnose waarbij bewuste controle niet centraal wordt gesteld en het ontwikkelen van onwillekeurige ervaringen expliciet worden gestimuleerd.
Hypnose neemt een plaats in bij talrijke en sterk uiteenlopende medische toepassingen waar al veel over gepubliceerd is. Zo kan hypnose enerzijds worden toegepast om patiënten voor te bereiden op een operatie en acute pijn te bestrijden bij een medische ingreep of zorgen en anderzijds als behandeling van chronische pijn en chronische ziekten zoals psychosomatische pathologieën (Flammer & Alladin, 2007), functionele stoornissen zoals astma (Bron, 200&) of prikkelbaar darmsyndroom, de behandeling van misselijkheid na chemotherapie, in de verloskunde, de dermatologie enz. (Pinnel & Covino 2000). Deze toepassingen betreffen zowel volwassenen als kinderen, over wie een groot aantal publicaties bestaat voor een grote verscheidenheid aan klinische problemen. (Kohen & Kaiser, 2014).